Pagina's

woensdag 20 maart 2013

Als 2 Marabouts vechten om de Talibé, gaat de derde er mee heen


“Als 2 Marabouts vechten om de Talibé, gaat de derde er mee heen”

Ik heb jullie weer enkele weken in het ongewisse gelaten, en ik weet dat jullie popelen om van mijn avontuurtjes in Afrika te horen.

En wij de Afrikaanse kindjes maar eten geven.

Heb ik jullie al verteld hoe geweldig het eten hier is? Rijst met vis, rijst met vlees, rijst met ajuinensaus. Echt, geweldig veel variaties met rijst. Thuis eet ik wel tamelijk gevarieerd. Soms zij er zaken die ik echt niet lust, zoals Lachoe ni ti ri. Het is een maaltijd die bestaat uit gemalen noten, waardoor er een soort van olie vrijkomt. Het kan samengevat worden als een bruine, lopende brei, die er bij ons soms vanachter uit komt, maar er hier langs voren wordt in gelepeld.
 
De Senegalezen eten 2 keer per dag warm, en de maaltijden zijn tamelijk extreem. Ofwel is de maaltijd enorm gepeperd, gezouten, of gesuikerd. Soms denk ik: “mmmmm, spaghetti”, maar dan smaakt die spijtig genoeg naar gemalen vis. Soms denk ik: “ouhhh, waar is de rijst?”, blijkt rijst geplet is tot een pap. Dan denk ik weer:“stoofvleessaaaaussss!!!”, behalve dat er geen vlees in zit en dat de saus bestaat uit ajuinen.
 
Het gebeurd veel dat de kinderen niet mee eten. Ik vroeg een tijdje geleden hoe dat kwam. Blijkt, dat de kinderen niet willen eten, omdat ze het niet lusten. En wij dan maar in België zeggen dat de afrikaantjes geen eten hebben en dat we het hen zullen opsturen. Ze zullen hier wel hun neus ophalen bij het zien van de opgestuurde Belgische stoofpot.

In de ViaVia is de beste kok, Mohammed, een grote, in omvang, knuffelachtige beer, die geweldig kookt. Hij kent naast de traditionele Senegalese maaltijden ook Europese lekkernijen, zoals Gratin.

Mbour

Texaanse hoertjes

Senegal is een land vol met vrijwilligers. Vlakbij de ViaVia bevindt zich het project TSX, dat de straatkinderen ondersteund. Dit project werd jaren gelden ook gedragen door de ViaVia. In het project werken ook een aantal vrijwilligers; Belgen. De meeste vrijwilligers bij TSX verblijven al 7 maand in Senegal, dus hebben een pak meer ervaring.
 
Een paar weekends geleden trokken we naar Mbour, een rustig, aan de kust gelegen, vissersdorpje. Alvorens daar een weekend te relaxen, besloten we het zand eens buiten te zetten in één van de lokale nachtclubs van Dakar. Senegal is gekend door onder meer het sekstoerisme; oude blanke vrouwen/mannen, pedofieltjes. Voor ieder wat wils dus. Sally, een door toeristen overspoelde stad, geleden onder Mbour, was vroeger het mekka voor dit soort toeristen. Dakar moet zeker niet onderdoen voor Sally, met zijn vele nachtclubs, zoals de Patio en de Texas.
 
Die vrijdag gingen we dus naar de Texas. Het is een club waar je eens een Sida kan opdoen in een hoertje. De deur wordt geopend door 2 zwarte buitenwippers, en de boxen blaffen Europese hits. Dit is echt één van de Afrikaanse ervaringen die je zeker moet meemaken. Een klein verhoogde platform vormt de nog lege dansvloer. De dansvloer wordt gekenmerkt door grote spiegels waarin je jezelf of een hoertje in kunt verleiden met je dancemoves. Langs de dansvloer zitten de hoertjes, rokje van 10 cm, hakken van 30 cm, te loeren naar hun prooi. We openen de dansvloer en laten de afrikanen het kijken na met onze moves. Al bij al, was het een geweldige avond, met veel Flags(lokale bier).

Taxidriver from hell

Mbour, is in tegenstelling tot het, naar mijn mening, drukke Yoff een oase van rust, en zeker en vast in de auberge: Chez Martine. Ons verplaatsen met de Taxidriver from hell naar de oase van rust was een ander paar mouwen.
 
S’ochtends, nog met de roes van bier, vertrokken we in de Gare de Routier, een plaats waar alle bussen en taxi’s klaar staan om je doorheen Senegal te voeren. We kiezen één van de honderden chauffeurs, met de afspraak dat hij ons aan de auberge zou af zetten. Het middel van vervoer is de Taxi sept place/Clando/bushtaxi. Het is een normale taxi, uitgebouwd tot een taxi met 7 plaatsen. Dit wil gewoon zeggen dat de laatste 3 personen plaats nemen in de kofferbak. Normaal hangt het dak achteraan de taxi zo laag dat bij elke put in de weg er een nieuwe deuk in het dak zichtbaar is, maar de rit achteraan in de taxi naar Mbour van 2 uur viel goed mee. Rekening houdend met de staat van het wegdek en de vluchtroutes had ik geen reden tot kopzorgen.

File is hier, zoals in België de normaalste zaak van de wereld. In tegenstelling tot België mag men hier wel lang beide kanten voorbijsteken en is het de normaalste zaak om in de bosjes naast de autostrade te duiken. Deze stoffige, hobbelige weg lijkt vlugger te zijn tot dat iemand zich ingraaft in het zand.
Eenmaal aangekomen in Mbour ontstaat er een discussie omtrent de prijs en de afzetplaats. Blijkt dat de chauffeur de auberge dan toch niet kent. Hij beslist uiteindelijk om ons toch af te zetten aan de auberge, inconnu, en zo rijden we door de rustige met zonovergoten, stoffige straten van Mbour. De chauffeur stopt en vraagt de weg. Locals komen een kijkje nemen en zie twee 2 mannen de tegenovergestelde weg uitwijzen. Dit komt dus sowieso goed..
In de daarop volgende zoektocht: valt de auto 2 keer stil, beslist de chauffeur niet meer te rijden en blijkt dat we er 3 keer voorbij gereden zijn. Martine heeft de publiciteit van Chez Martine weg gehaald vanwege de hoge kosten, dus lijkt het op een normaal huis.

Later die dag bezoek we ook Likeur de Warang. Het is een stokerij uitgebaat door een Belg waar je 8 soorten likeur kan proeven. Het is een geweldige plaats, waar je tot rust kan komen in de prachtige tuin aan de bar. Ook brengen we een bezoekje aan de vissershaven, waar ze juist op het punt staan om met de pirogues binnen te varen. Weer een prachtig, maar alledaags spektakel.’ S avonds eten we in een restaurantje, gelegen recht tegenover de stokerij, met de meest bizarre uitbater ooit. De uitbater is een Tunesiër die lijkt gesmoord te hebben alvorens zelf een paar flessen likeur achterover gesmeten te hebben.

president van de doven

Zondag staan we op met een stralende zon. Een zalig gevoel, dat jullie ook wel op dit moment in België kennen. We nemen een goed ontbijtje en tegen de middag maken we een bezoekje aan het weeshuis van Mbour waar een Belgische vrijwilligster werkt. Het is een heel groot weeshuis, en er is een zeer goed organisatie. De kinderen mankeren er niets, behalve hun ouders. Sommige kindjes hebben hun moeder verloren bij de bevalling, anderen moesten vlucht vanwege een gewelddadige situatie thuis.
 
Terwijl we op het eten wachten in een restaurantje wekt de overkant van de straat mijn aandacht op door zijn kunstachtige muren. Het is een Village des Arts. Kunst zit zeer sterk ingeburgerd in de Afrikaanse cultuur. De meeste steden, dorpjes hebben een Village des Arts. Het is een terrein waar kunstenaars hun atelier hebben. Vaak is er ook een centraal gebouw waar de kunst tentoon gesteld wordt.
Wanneer ik het terrein betreed wordt ik begroet door een vriendelijke Senegalese kunstenaar. Hij verteld er me over de tentoongestelde werken en we nemen een kijkje in de verlaten ateliers tot we in één atelier een oude man tegen komen. Het blijkt één van de eerste afgestudeerde kunstenaars te zijn van l’école des beaux arts te Dakar. De kunstenaar stelt geregeld werken ten toon in Europa. Hij blijkt ook de president van de dovengemeenschap van Mbour(50 doven) te zijn. De twee kunstenaars stralen van geluk omdat iemand hen komt bezoeken.

Stage

De eerste week werkte ik aan de bar, de tweede week werkte in aan de receptie, de derde week ging ik op schok met le Homme des tous mains. Het werk is vrij eenvoudig, maar toch interessant om te ervaren hoe het in zijn werk gaat in een ontwikkelingsland. De ViaVia is een kleine 2 jaar geleden van uitbaatster verandert. Nu wordt er volop gewerkt om de ViaVIa terug een beetje levendiger te maken. Momenteel wordt de Via een beetje opgeknapt en zijn we bezig aan de constructie van een nieuw dakterras in Marokkaanse stijl. Tussendoor werk ik aan het bedenken van nieuwe activiteiten, excursies, en het visualiseren van het aanbod van de ViaVIa.

Vuurtoren van Mamelle

Om eens van de prachtige zonsondergang te genieten hebben we een bezoekje gebracht aan de oudste vuurtoren van Afrika, die van Mamelle in Dakar. De vuurtoren is gelegen op een heuvel, waarvan je een prachtig overzicht hebt op de oceaan, Dakar, zijn buitenwijken en de kale spot in de bouwwerf van Dakar, namelijk de luchthaven.
Achter de vuurtoren, richting binnenland staat een gigantisch standbeeld, ook gelegen op een heuvel. Het is de Afrikaanse interpretatie van het Vrijheidsbeeld, maar is wel 2 keer zo groot als het originele. Rond het beeld hangt veel controversie, omdat het miljoenen heeft gekost. Nuja, Senegal is een in ontwikkeling, dat met sociale en economische problemen kampt. Laat ons zeggen dat het beeld een beetje overbodig was. Desalniettemin is het een mooi beeld, dat mee de skyline van Dakar kleurt.

De zonsondergang is ook prachtig. Op de terugweg rijden we langs het toeristisch punt van Dakar: Pointe des Almadies, waar o.a. Akon zijn Club heeft en nieuwe hotels uit de grond reizen.

Voetballend Afrika

Ik ben echt verschoten hoeveel Afrikanen voetbal passioneel volgen. Iedereen kent Europese club en kan alle basisspelers zonder probleem opnoemen. Ook de Belgische clubs zoals Anderlecht zijn gekend.

Yoff vs Casasport was de eerste match die ik een aantal weken gelden heb gezien. Een match vergelijkbaar met 2e provinciale bij ons. Heel voetballend Yoff is present in het stadium, of voor degene die het niet kunnen betalen op de muren rond het stadium.
Yoff is dan wel onze thuisbasis, maar toch supporteren we voor Casasport, om zo later enkele beledigingen in de hals te kunnen halen. Wanneer we toekomen is het spektakel al begonnen, zowel de spelers als de supporters van Casasport gaan er volledig voor. Er heerst een enorme sfeer. Er wordt gezongen, gedanst. De djembe’s worden bovengehaald en ook de saxofoon is aanwezig. Het is pas later dat we merken dat ook de match al begonnen is. Casasport staat met haar tweede ploeg aan de bak, dus een echt spektakel is het niet. De laatste minuten wekken wel spanning op en wanneer Casasport een minuut voor het einde de winninggoal maakt barst de vreugde los in onze tribune.

Bon, dit was het zowat. Afgelopen weekend heb ik ook nog Toubab Dialaw, een paradijs, bezocht, een koloniaal stadje: Rufisque, en het bedevaartsoord voor de Senegalese christenen, maar daar zal ik later wel iets over vertellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten